europe
De Europe is ontstaan uit de Amerikaanse Moth klasse. Deze beperkte eenheidsklasse waarvan slechts de lengte (11 voet) en het zeiloppervlak (7 m2) voorgeschreven waren.
De uit 1935 daterende Moth klasse was ook in België populair. Om meer eenheid te verkrijgen heeft de Belg Aloïs Roland een eigen Moth ontworpen waarmee onderlinge wedstrijden gevaren werden.
In eerste instantie stond de boot bekend als Europe Moth. Om verwarring met de Moth klasse te voorkomen werd in 1971 het 'moth' weggelaten uit de naam en heet de klasse 'Europe'.
Er bleek zoveel animo voor de Europe Moth te zijn dat er al in 1966 de eerste wereldkampioenschappen mee gevaren werden. Sinds 1967 wordt er ook in Nederland in de Europe gevaren en bestaat de Nederlandse Europe Klasse Organisatie (NEKO). Het KNWV heeft de klasse in 1972 erkend als nationale eenheidsklasse.
Na de Europese opmars heeft de Europe ook in de andere continenten aan populariteit gewonnen. Nadat in 1988 de Europe een olympische status kreeg voor dames, varen er zelfs in landen als Japan, Korea en Mexico enige Europes rond.
De tijd heeft niet stil gestaan en de houten masten en gieken zijn inmiddels vervangen door carbon masten en aluminium gieken. Dit heeft de Europe verandert in een betrouwbare rasechte race-machine. Vooral de introductie van de carbon-mast heeft het mogelijk gemaakt dat ook lichtere zeilers in de Europe competatief kunnen varen. Op dit moment is het daarom goed mogelijk dat zowel zeilers van 75 kg als van 45 kg tegelijkertijd aan een wedstrijd deelnemen. Daarnaast heeft de Europe vele trimmogelijkheden waardoor hij helemaal af te stellen is naar een zeilers gewicht, lengte, zeilstijl en ervaring.
Door de juiste keuze van de mast kan de boot aan het gewicht van de zeiler aangepast worden. De Europe is zeer geschikt voor lichte zeilers. De klasse is dan ook vooral populair bij dames en jongeren die nog te licht zijn voor een Laser of Finn. Het ideale gewicht voor de Europe is ongeveer 60 kg.
Een zeilklaargewicht van 60 kg en een zeiloppervlak van 7 m2 maken van de Europe een snelle doch handelbare boot. Door zijn kleine maten, 3,35 m lang en 1,43 breed is de Europe nog makkelijk vervoerbaar op het dak van de auto of op een trailer. De vlakke romp en het brede achterschip geven de Europe perfecte planeereigenschappen. Surfen op golven en de daarbij horende hoge snelheden en veel buiswater zijn dan ook eerder regel dan uitzondering.
ontwerp | Aloïs Roland, 1965 |
Lengte | 3,35 m |
Breedte | 1,38 m |
Diepgang | 0,15 / 1,00m |
grootzeil | 7,00 m2 |
Gewicht | 45 kg |